Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Totdat hem [46]de pijl [47]zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve [48]tegen zijn leven is. 46. Dat is, een felle, scherpe en zeer diepgaande en doordringende plaag of straf. Zie Deut.32:23, en Job 6:4. 47. Dat is, zijne begeerlijkheid met rampzaligen lust ontstak, zijn lichaam met ongezondheid verdierf en zijn geest met het gevoel van Gods toorn beroerde. 48. Te weten, opgehangen, geleid, of uitgespreid, om hem het leven [Hebreeuws, ziel] te benemen.